Symposia/Congressen
Middagsymposium Kindermishandeling en school
Datum: woensdag 23 april 2008
Tijd: 13.00 - 17.30 uur
Locatie: Utrecht/Regardz La Vie
Voor wie: Leerlingbegeleiders, mentoren en zorgcoördinatoren in het primair en voortgezet onderwijs
Kennispartner: Ortho Consult (www.orthoconsult.nl)
Impressie van het symposium Kindermishandeling en school
Op woensdag 23 april vond in Utrecht het middagsymposium ‘Kindermishandeling en school’ plaats. Meer dan honderd vertegenwoordigers uit het onderwijs kwamen kijken en luisteren naar een zeer uitgebreid programma. Aan het eind van de middag werd bovendien het eerste exemplaar van het boek ‘Mishandelde kinderen aan het woord’ van Daniëlle Vogels overhandigd. In dat boek vertellen mishandelde kinderen zelf hun verhaal. Een terugblik op een indrukwekkende middag...
De bezoekers werden welkom geheten door dagvoorzitter Ard Nieuwenbroek. Hij gaf al direct een belangrijk punt van de middag aan. Bij de juiste begeleiding van kindermishandeling staat respect bovenaan het verlanglijstje. Nieuwenbroek hamerde er vast op dat dat dus ook betekent dat er respect moet zijn voor de dader. Juist dat is voor veel begeleiders een vreselijk lastig punt. Toch werd dat punt al direct duidelijk bij de vertoning van de DVD ‘Kindermishandeling’, een indrukwekkende productie van IDTV. Op de DVD wordt het verhaal van vier kinderen in beeld gebracht. Roy wordt lichamelijk mishandeld, Nora wordt seksueel misbruikt, Jim wordt verwaarloosd en Monica wordt psychisch mishandeld. Stuk voor stuk zeer dramatische verhalen. Maar wat de kinderen zelf steeds zeggen: het blijven toch je vader en je moeder! Loyaliteit aan ouders is, zo valt in de productie te zien, een krachtig mechanisme dat zelfs in de meest extreme situaties overeind blijft.
De eerste spreker van de middag was jeugdarts/kindermishandelings-deskundige Ben Renders. Hij bood de bezoekers een kijkje in zijn Utrechtse praktijk, waar hij veel te maken heeft met mishandelingssituaties. Renders sprak van ruim 100.000 gevallen per jaar, met wekelijks een kind dat bezwijkt onder de mishandelingen en ook nog eens ruim 200.000 kinderen die regelmatig getuige zijn van geweld binnen het gezin. Ook Renders ging in op de krachtige band tussen ouders en kind. “Deze kinderen zijn nog afhankelijker van hun ouders en daardoor vaak veel loyaler aan hun ouders.” Uit die loyaliteit komt een ander opzienbarend cijfer naar voren. Gemiddeld trekken slachtoffers pas na 33 mishandelingssituaties voorzichtig aan de bel. Renders: “Op het moment dat de omgeving, bijvoorbeeld de school, iets gaat zien, is er al heel veel gebeurd.” Toch zijn er wel degelijk duidelijke signalen die gegeven worden. De belangrijkste zijn volgens Renders een opvallende hoeveelheid verzuim en vaak te laat komen op school. Rondom het melden van mishandeling of een vermoeden daarvan, gaf Renders diverse redenen aan waarom mensen er mee wachten. Een daarvan is dat mensen bang zijn dat ze het fout hebben. Renders: “Je hebt het altijd fout, want je bent of te vroeg, of te laat.” Een betere en eerdere signalering kan de maatschappij volgens Renders veel voordelen opleveren. “80% van de TBS’ers heeft een verleden met mishandeling, voor 60% van de harddrugsverslaafden geldt hetzelfde.” Renders sloot zijn betoog af met enkele tips voor begeleiders die te maken krijgen met mishandelde kinderen. Kort kwam dat neer op vooral goed luisteren, het niet te zwaar maken en het besef dat je ouders, hoe heftig ook, altijd nodig hebt om echte hulp te geven.
Bekijk hier de powerpointpresentatie van Ben Renders (PDF).
Na de pauze was het de beurt aan Dolf van Veen. Hij presenteerde namens het Nederlands Jeugd Instituut de kersverse resultaten van een jaarlijks onderzoek dat onder andere inging op kindermishandeling en school. De laatste jaren is er een lichte stijging van het aantal scholen dat een melding doet bij het AMK. Was dat in 2005 nog een op de vijf keer, in 2007 was er sprake van een op de drie. Verder meldde Van Veen dat 73% van de middelbare scholen aangeeft te maken te hebben met 3 tot 10 leerlingen die mishandeld worden. Ook kwam uit het onderzoek dat de meldcode – die het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling aan scholen adviseert – in 33% van de scholen algemeen gebruikt wordt. 20% van de scholen zijn volop in voorbereiding om met een meldprotocol te gaan werken. Volgens Van Veen zorgt een protocol in veel gevallen voor een eerdere melding van mishandelde kinderen. Scholen kunnen op dat terrein dus veel betekenen voor de slachtoffers. Door een meldprotocol kindermishandeling op te nemen in de zorgstructuur, wordt er vaak sneller gesignaleerd en kan de hulpverlening eerder op gang komen.
Lees op www.nu.nl een persbericht naar aanleiding van de onderzoekscijfers van het NJI.
Roely Drijfhout van AMK Gelderland, ging daarna in op wat het AMK nu voor scholen kan betekenen. Ze benadrukte daarbij in het begin vooral de A uit AMK. Die staat niet voor Algemeen maar voor Advies. Te weinig scholen weten dat je het AMK in eerste instantie vooral kunt benaderen om deskundig advies in te winnen. “Trek op tijd aan de bel en overleg met ons wat je zou kunnen doen. Samen met het AMK kun je de signalen die jij ziet bespreken.” Het AMK werkt veel met een meldcode (zie www.kindermishandeling.info), een stappenplan dat je kunt hanteren als je vermoedt dat een leerling mishandeld wordt. Pas als de adviesfase niet voldoende oplevert komt de stap Melding in beeld. Zodra je bij het AMK een melding doet, komt er een officieel onderzoek en wordt de verantwoordelijkheid weggenomen bij de melder. Roely Drijfhout benadrukte dat anoniem melden weliswaar soms onafwendbaar is, maar dat het de zaak er vaak niet makkelijker op maakt. “Een bezoek van een medewerker van het AMK maakt doorgaans al erg wantrouwend en boos, die boosheid neemt alleen maar toe als de ouders niet weten wie er gemeld heeft. ‘Dat hadden ze toch gewoon tegen ons kunnen zeggen,’ krijg je dan terug.”
Bekijk hier de powerpointpresentatie van Roely Drijfhout (PDF).
De laatste spreker van de middag was Wim van Mulligen. Deze klinisch en gezondheidspsycholoog/psychotherapeut benaderde het thema vanuit een contextuele benadering. Kinderen kunnen volgens Van Mulligen niet anders dan kiezen voor hun oorsprong. Dat betekent dat je als begeleider moet kijken achter het ‘monster’ dat de vreselijke daden op zijn geweten heeft. Geef je zo’n monster een hand of walg je zo van zijn daden dat je dat niet over je hart kunt krijgen? “Geef je geen hand, dan zeg je nee tegen het kind!” stelde Van Mulligen. Niemand wil zijn kind mishandelen. Ouders die zelf mishandeld zijn, doen zelfs extra hun best om niet dezelfde fout te maken. Toch is 1/3 van de mishandelende ouders zelf mishandeld. Van Mulligen sloot zijn verhaal zeer mooi af. “Opvoeden kun je pas als je er mee klaar bent. Het moeilijkste van opvoeden is dat je het belang van je kind moet behartigen naast je eigen belang. Maak commitment met de opvoeder en luister.”
Aan het eind van het symposium overhandigde Daniëlle Vogels, auteur van het boek 'Mishandelde kinderen aan het woord', het eerste exemplaar aan Gert van Harten, directeur van AMK Gelderland.
De deelnemers aan het symposium kregen ook een exemplaar. Met een koffer vol kennis keerden ze, geraakt door het heftige thema, vol inspiratie en goede voornemens, huiswaarts.