Symposia/Congressen

Congres Verlies & Veerkracht

Datum: Maandag 23 maart 2009
Tijd: 08.45 - 17.00 uur
Locatie: De Eenhoorn/Amersfoort
Voor wie: Van docent tot leidinggevende in het primair en voortgezet onderwijs

Impressie van het Congres Verlies & Veerkracht

Verlies is onlosmakelijk verbonden met het leven…

Met de praktijkverhalen van vijf leerlingen, kreeg het publiek in De Eenhoorn in Amersfoort een krachtig eerste antwoord op de vraag: hoe ga je om met jongeren met verlieservaringen? Jody, Gerdien, Marita, Sandra en Guido vertelden aan interviewer Ivo Mijland hun persoonlijke verhaal over verlies. De leerlingen gaven direct enkele basisboodschappen aan de zaal: op verlies staat geen tijd, luister naar onze verhalen en bepaal niet voor de ander wanneer je iets als verlies ervaart. De verhalen van de vijf leerlingen, kwamen gedurende de dag steeds terug in de presentaties van de verschillende sprekers. Successchrijver Kluun haakte als eerste dankbaar in op de pakkende verhalen van de vijf. Hij las voor uit eigen werk en maakte een soepele verbinding met het thema van de dag. Dat het een zwaar thema was, bleek uit de verschillende reacties op de gebeurtenissen. Was de een geraakt door de verhalen van Kluun en zijn bijzondere wijze van rouwverwerking, een ander blikte terug op een walgelijke manier van praten over de dood. Of zoals uit de presentatie van Riet Fiddelaers-Jaspers bleek; wat voor de een een stressvolle gebeurtenis is, is voor een ander een ingrijpende gebeurtenis. Dus ook: wat de een als passende manier van rouwen beschouwt, kan een ander zien als deloyale manier van omgaan met verlies. De metafoor van de veer werkte daarbij verduidelijkend: de veer van de een veert makkelijker terug in de oorspronkelijke positie dan die van de ander. Sommige veren verliezen snel hun veerkracht. In de presentatie van Fiddelaers werd met aangrijpend beeldmateriaal ingegaan op de theoretische perspectieven rondom rouw en verdriet. Uiteindelijk vertelde ze ook nog over de achterkant van verdriet: liefde. Want om verdriet ter kunnen ervaren, moet er eerst liefde zijn. Het ochtendprogramma werd afgesloten met drie ontroerende nummers van zangeres Vere Bedaux. Na de broodjes waaiden de deelnemers uit over de verschillende zalen om te luisteren naar de verhalen van acht workshopleiders. De samenvattingen, foto’s en aanvullende info uit de workshops vindt u hier.

Congres Verlies & Veerkracht
Kluun tijdens de opening van het Congres

Congres Verlies & Veerkracht
Kluun en dagvoorzitter Dorian Verhagen

Congres Verlies & Veerkracht
Dagvoorzitter Dorian Verhagen

Congres Verlies & Veerkracht
Dagvoorzitter Dorian Verhagen feliciteert Riet Fiddelaers na haar lezing

Congres Verlies & Veerkracht
Vere Bedaux

Enkele reacties uit het vak ‘heeft u nog opmerkingen’:

“Een zeer inspirerende dag”
“Een dag om snel te vergeten. Wat een zweverig gedoe!”
“Ondanks mijn aanwezige kennis heb ik weer veel opgestoken”
“Dit is een dag die niet alleen verrijkend is voor je leerlingen, maar ook vormend werkt voor jezelf”
“Ongelofelijk wat er op deze dag allemaal gebeurde”
“Die begrafenissfeer vond ik niet echt uitnodigend…”
“Indringend, ontroerend, bevrijdend en leerzaam! Een les voor het leven.”
“Als ze een warme snack beloven, heb ik recht op een warme snack en niet op een lauwe kleffe hap”

Samenvattingen

Hoofdlezing: Het ontbrekende stuk: verlies en rouw bij kinderen en jongeren

Dr. Riet Fiddelaers -Jaspers

Wanneer kinderen en jongeren geconfronteerd worden met ernstige obstakels in hun leven zoals een verlies van gezondheid, een overlijden of een echtscheiding wat gebeurt er dan met hen? Worden jonge mensen door ingrijpende gebeurtenissen kwetsbaarder of herstellen ze door hun veerkracht juist goed?

Congres Verlies & Veerkracht
Riet Fiddelaers tijdens haar presentatie

Veerkracht is het vermogen om je te herstellen, jezelf met succes aanpassen ondanks bedreigende omstandigheden. Kinderen en jongeren hebben meestal veel veerkracht maar dat betekent niet dat ze de gevolgen er niet van ondervinden. Vaak wordt pas na jaren zichtbaar welke schade aangericht is. Zeker wanneer het om verliestrauma’s gaat: een ingrijpend verlies van iemand om wie het kind veel geeft of het verlies van een wezenlijke levensvoorwaarde zoals je vertrouwde thuissituatie, je huis, je thuisland. Het verlies grijpt in op zielsniveau. Er ontstaat een soort tussenstadium waarbij de jongere het verlorene niet kan vasthouden of vervangen maar zich er ook niet van kan losmaken. Dit veroorzaakt gespletenheid, eenzaamheid en verwarring.

Kinderen en jongeren die geconfronteerd worden met een ingrijpend verlies, kunnen dit verlies niet meteen verwerken, als het al ooit helemaal te ‘verwerken’ is. Ze rouwen stukje voor beetje, in zoverre hun emotionele en verstandelijke ontwikkeling het toestaat. Rouwen is in feite je eigen ziel terugroepen en de rouw te nemen met alle pijn die daarbij hoort. Accepteren dat er een hier is waar jij bent en een daar waar de ander is en dat jouw taak hier is. Zonder die ander of dat andere te vergeten. Kinderen en jongeren staan voor de taak de relatie met de ander te herdefiniëren, in een andere vorm te gieten. Wanneer ze echt toe komen aan het aannemen van hun rouw dan moet de begeleider verduren. Het valt niet mee om in de nabijheid te zijn van iemand die zo bij zijn verdriet is. Je eerste neiging is vaak om het te stoppen, met een zakdoek, een arm, een troostend gebaar. Je zult je machteloosheid moeten verduren, verduren dat je met lege handen staat, zelfs moet staan. Rouwen is een normale manier om om te gaan met een voor het kind niet normale gebeurtenis. Hij raakt iets wezenlijks kwijt, iets wat hij ervaart als een deel van zichzelf. Dat voelt als een leegte van binnen, er ontbreekt een stuk. Daar ontstaat het zoekgedrag, het verlangen naar het ontbrekende stuk. Soms duurt dat zoeken levenslang wanneer ze er niet in slagen het ontbrekende stuk van hun ziel terug te roepen. In de begeleiding kun je hen daarmee helpen, zowel individueel als in het werken met lotgenotencontact in een rouwgroep.

Een ingrijpend verlies kan iemand volledig overspoelen maar dat is niet altijd zo. Het gaat om de verhouding tussen verliesgebeurtenis en de individuele verwerkings-mogelijkheden. Wanneer de aard van de dramatische gebeurtenis de individuele verwerkingsmogelijkheden overstijgt, ontstaat een traumasituatie.

Er zijn vele factoren die bijdragen aan het ontwikkelen van veerkracht zoals ouders die moeilijkheden als uitdagingen zien en hun kinderen een veilig en geborgen nest bieden. De volgende combinatie van factoren wordt vaak genoemd:

Kinderen en jongeren zijn veerkrachtig. Ze herstellen zich vaak goed van een verliestrauma. Toch kan het verliestrauma vaak een levenslange impact hebben. Het blijft een kwetsbare plek die getriggerd kan worden en dan onmiddellijk weer actueel is. Steun in de naaste omgeving, nabijheid, veiligheid en warmte, dat is wat je kunt bieden. Het lijkt misschien weinig, het voelt als met lege handen staan, maar het betekent zoveel.

» Bekijk hier de presentatie van Riet Fiddelaers-Jaspers (PDF)

Dr. Riet Fiddelaers-Jaspers is verbonden aan het Expertisecentrum Omgaan met Verlies en aan Opleidingen Land van Rouw (www.rietfiddelaers.nl).

Workshop 1: De verliescirkel

Gerda Schmidt

Als counselor kom ik nogal eens leerlingen tegen die vanwege een verliessituatie niet goed in hun vel zitten en/of van wie de schoolse resultaten achteruit gaan. Bij een verliessituatie denk ik niet alleen aan overlijden en scheiding maar ook bijvoorbeeld aan verlies van lichamelijke integriteit, verhuizing, immigratie, veranderende situatie doordat een alleenstaande ouder een nieuwe partner krijgt, verlies van een innige vriendschap, oma die van grote betekenis is voor een jongere is omdat ouders voor hun werk veel in het buitenland zijn en nu dementeert, een uithuisplaatsing… Kortom een ingrijpende veranderde situatie.

Congres Verlies & Veerkracht

Congres Verlies & Veerkracht

In gesprekken waar het thema verlies een rol speelt maak ik graag gebruik van de verliescirkel, een concreet instrument om samen met en jongere in kaart te brengen wat er allemaal speelt. Een voorwaarde om met de verliescirkel aan de slag te gaan met een jongere is om werkelijk contact te maken met een jongere. Je aandacht bewust op de leerling richten en oprechte betrokkenheid tonen en in het contact iets van jezelf te leggen. Het verhaal van het kind roept gevoelens bij je op, doet iets met je. Het kind of de jongere mag voelen dat je geraakt wordt door zijn verhaal, zijn pijn en verdriet. Hij voelt zich veilig als hij merkt dat je zijn pijn ziet, erkent en deze kan verduren zonder het weg te nemen. De jongere voelt zich dan gedragen en durft dan ook vaak wat prijs te geven van wat er innerlijk allemaal speelt.

Na een inleiding over de aspecten van de gezonde cirkel van rouw: contact maken, hechten, scheiden, rouwen en betekenis geven hebben we een aantal rouwreacties besproken. Daarna door middel van verhalen uit de praktijk gekeken hoe de cirkel in de praktijk ingezet kan worden en hoe je leerlingen een reikende hand wilt bieden. Hoe blij ze zijn, en hun ouders!, als ze merken dat je met ze meedenkt en afstemt op hun behoeften, zoals bijvoorbeeld Geert. Geert die helemaal geen zin had om, nadat zijn vader was overleden, met iemand te praten maar die wel heel blij was met praktische hulp bij de voorbereiding op zijn examen wiskunde die hem werd aangeboden toen bleek dat hij daar over piekerde nu zijn vader er niet meer was die hem hier altijd bij hielp.

Vervolgens hebben de deelnemers een praktische oefening gedaan waarbij d.m.v. uitwisseling alle stappen van de cirkel verder verkend zijn. Hierna is met behulp van praktijkverhalen ingegaan op de verschillende aspecten van de cirkel van verstoorde rouw: isoleren, onthechten, vastklampen, niet voelen/intens voelen en zinloosheid. Als afsluiting zijn de deelnemers zelf actief met een casus en de verliescirkel aan de slag gegaan.

Gerda Schmidt is werkzaam als zorgcoördinator en counselor op SG Oscar Romero in Hoorn. Daarnaast werkt zij als verliesbegeleider in haar eigen praktijk (www.kleurenvanrouw.nl).

Workshop 2: Lotgenotengroepen voor kinderen

Louke van Cruchten en Karin Burger


Tijdens deze workshop hebben wij de deelnemers meegenomen in de opzet van een lotgenotengroep voor kinderen.

Congres Verlies & Veerkracht

Congres Verlies & Veerkracht

De kracht van de lotgenotengroep is dat kinderen met gelijke ervaringen elkaar tegenkomen / ontmoeten. Binnen een lotgenotengroep is er veel ruimte voor creatieve werkvormen en toch ook ruimte om te vertellen aan elkaar. Kinderen hebben vaak niet de woorden en verdwalen in hun gevoel. Ze kunnen niet duiden wat er in hun lichaam gebeurt. Door het uitwisselen van ervaringen rondom verlies, vindt er herkenning plaats. Een ander kind weet soms juist wel een ervaring of gevoel te benoemen of de begeleiders helpen er woorden aan te geven.

Naast een intake vindt er voorafgaand aan de bijeenkomsten met de kinderen ook een ouderbijeenkomst plaats. Hierin geven we informatie over rouwverwerking bij kinderen, toelichting op de inhoud van de workshops, we praten over de verwachtingen van ouders en maken de afspraak dat ze beschikbaar zijn voor hun kind na de kinderbijeenkomsten.

De 6 bijeenkomsten met de kinderen worden georganiseerd rondom de vier rouwtaken van Worden:

Naast deze 4 rouwtaken noemen wij tijdens de workshop nog een vijfde rouwtaak (toegevoegd door Weijers en Penning): Deze gaat vooraf aan de 4 rouwtaken van William Worden.

Alle bijeenkomsten verlopen volgens een vast format. Dit geeft veiligheid en de vaste onderdelen van de bijeenkomsten krijgen de waarde van rituelen. » Download hier het format voor een lotgenoten bijeenkomst (PDF)

Belangrijk aspect is ook het vastleggen van wat de kinderen (met elkaar mee-) maken: De kinderen krijgen allemaal een map, waar ze een gedenkboek van gaan maken. Per bijeenkomst komen er hun eigen werkjes en tekeningen in en ook het gedicht dat is uitgekozen en voorgelezen door één van de kinderen. Ze mogen er thuis verder in werken. Het geeft ze ook de gelegenheid om hun ervaringen te delen met ouder(s) en broers/ zussen.

Louke van Cruchten is werkzaam bij Consent Onderwijs Begeleidingsdienst (www.obd-consent.nl) en geeft zorg en ondersteuning bij verdriet en rouw in school.

Karin Burger is leerkracht in het basisonderwijs en heeft de opleiding “Omgaan met Verlies” gevolgd bij Riet Fiddelaers en Sabine Noten. Als verliesconsulent geeft zij samen met Minke Passchier van “Verliesbegeleiding Breda” workshops “Omgaan met verlies”, aan kinderen en volwassenen en voor mensen die werken met kinderen in verliessituaties.

Workshop 3: Hier wordt niet gerouwd!

Ard Nieuwenbroek

In een documentaire zien we hoe een vader, een jaar na het overlijden van zijn vrouw, reageert op de vraag hoe zijn beide kinderen reageren op dat verlies. Hij antwoordt: “ Ik kan er goed met ze over praten. Mijn dochter huilt veel. Mijn zoon heeft nog geen traan gelaten. Toen ik hem daar naar vroeg gaf hij me een verbijsterend antwoord. Hij zei, dat hij niet huilde omdat hij voor mij sterk moest zijn”.

Congres Verlies & Veerkracht

In gezinnen wordt soms niet openlijk gerouwd. Het voorbeeld laat zien hoe een zoon geeft aan zijn vader door niet te huilen. Gelukkig is dat bespreekbaar door de openhartigheid van de zoon en de moedige vraag van de vader. Soms lukt dat niet en stagneert het rouwen bij een of meerdere gezinsleden, vaak kinderen. Rouwen is een natuurlijk proces. Niet rouwen staat ten dienste van iets.

Niet alleen in families en gezinnen wordt niet gerouwd. Dat geldt ook voor andere systemen. Wat te denken van de uitspraak in een docentvergadering over een leerling met lastig gedrag waarvan de moeder anderhalf jaar geleden is overleden: ‘Anderhalf jaar geleden, dan is het normale leven allang weer verder gegaan. Die extra aandacht moet nu over zijn’. Dit soort opgeschorte, soms verboden, rouw is op scholen vaak ook onzichtbaar. Totdat een leerling door het raam of van het (school)dak springt.

In een rouwproces verandert het geven en ontvangen van de relatie met de overledene. Dat wat je geeft wordt anders en wat je ontvangt wordt anders. Bij gestagneerde rouw, al of niet als gevolg van verboden rouw, is er een vastgeroeste balans. Een leerling zei daarover letterlijk: “ Ik kan de oude balans niet loslaten”. Ouders van gestorven kinderen willen regelmatig het oude geven volhouden. Maar ook hier moet een nieuwe balans komen. De balans houdt immers niet op! Kern van de verandering is het anders geven; met name in het loslaten van het fysieke.

Parentificatie
Bij verboden rouw is vrijwel altijd sprake van parentificatie. Kort gezegd betekent parentificatie: ‘ Het niet passend geven van een kind aan zijn ouder(s)’. Niet passend slaat dan op de positie van het kind-zijn. In de documentaire gaat de zoon voor de vader zorgen op een niet passende manier. Hij gedraagt zich als een vader voor zijn vader door niet te willen huilen. Alsof zijn vader zijn zoon was.

Ondergrondse, verborgen loyaliteit
Als een kind niet wil of kan rouwen zien we vaak destructief gedrag aan de buitenkant. Agressie (‘ er is geen land mee te bezeilen’), ongemotiveerd (‘hij heeft een onverklaarbare teruggang in zijn cijfers en zelfs dat lijkt hem niet te interesseren’) en het moeite hebben met relaties (‘het wordt steeds meer een alleenstaande in de klas, overal valt ze buiten’) zijn daarbij de meest voorkomende uitingen. Op een dieper niveau is het zogenaamd ‘niet rouwende’ kind loyaal aan de overledene. Binnen de drie genoemde gedragsuitingen is er een gemeenschappelijk thema: ‘Ik verbind me niet constructief met de buitenwereld’. We zien (openlijk) rouwen in dit perspectief als een constructieve verbinding met de overledene, die je als achterblijver aan durft en wilt gaan. Daarin wordt ook je loyaliteit zichtbaar. Bij een verbod op rouwen wordt die loyaliteit niet getoond (of ervaren) en gaat deze ondergronds om tot uiting te komen in ‘veilige’ destructieve gedragsuitingen. Dit zijn overigens processen waarvoor geen bewuste cognitieve keuzes worden gemaakt. Loyaliteit is geen cognitieve keuze maar een relationeel-ethische drijfveer.

Begeleiding
In de context school is er een begrijpelijk sterke neiging om gedragsgeoriënteerd te begeleiden. Agressie moet worden beteugeld, de cijfers moeten omhoog en een kind moet zijn plek in de klas als groep terug weten te vinden vanuit onze sociaal-pedagogische kaders.
Deze aanpak is niet verkeerd doch eenzijdig en op den duur minder effectief. De effecten zijn soms tijdelijk en niet blijvend.

Binnen de contextuele begeleiding zoeken we vanuit de relationeel-ethische dimensie naar mogelijkheden om het gestagneerde en verboden rouwproces (weer) op gang te brengen. Dat kan natuurlijk alleen maar als beide ouders (voor zover in leven) daar actief achter staan als partners van de begeleider. Is dit niet het geval, de ouders initiëren vanuit hun dynamiek juist het verbod op rouw, dan verleidt een begeleider het niet-rouwende kind tot deloyaliteit naar zijn ouders door het gestagneerde rouwproces op gang te (willen) brengen. Met als gevolg dat de stagnatie van de rouw zich versterkt, ook al worden er in het begin (schijn)successen geboekt. Een leerling blijft weg, wordt ziek of gaat andere en grotere problemen manifesteren die om meer acute aandacht vragen! Een kind blijft altijd loyaal aan zijn ouders. Uiteindelijk moet een kind zich niet in de rouw niet verbinden aan jou, maar met de ouders. Soms kunnen ouders de toelating tot rouwen niet tot uiting brengen op een voor het kind betrouwbare en geloofwaardige manier. Ze zoeken dan immers zelf nog naar toelating om zo’n proces aan te gaan, al of niet gevoed door zogenaamd openstaande rekeningen vanuit vorige generaties. De pijn hierover wordt wel zichtbaar en een begeleider binnen de schoolcontext is dan ethisch verplicht om deze ouders te verleiden tot therapie, die dan in de uitvoering uiteraard buiten de context school plaats vindt.

Erkenning
Als aan bovenstaande basisvoorwaarde is voldaan geldt het op gang brengen van erkenning aan de (nog niet) rouwende leerling als belangrijkste begeleidingsmethodiek. Erkenning betekent in de contextuele benadering meer dan belonen, waarderen of begrip tonen. Ook al zijn dit waardevolle elementen in het contact. Wij zien erkennen als het bevestigen van de ander in diens (existentiële) bestaan. Belangrijke elementen hierbij zijn: het erkennen van de verdienste van de ander en het onrecht wat de ander is aangedaan. Dit is millimeterwerk. Stapje voor stapje zoeken naar het mogen (laten) verwoorden van de verdienste van de ander naar de overledene, en andersom. Al of niet tijdens een ziekteproces of gewoon in het dagelijks leven daarvoor. Daarnaast is het erkennen van het aangedane onrecht een fundamentele bouwsteen van het op gang brengen van een rouwproces, en tegelijk als dat proces op gang is gekomen.

De consequentie van succesvolle begeleiding
Als (mede) door een effectieve begeleiding een kind gaat rouwen kan dit betekenen dat de cognitieve en sociaal-emotionele prestaties dalen. Lang niet altijd worden het engeltjes die fantastische schoolresultaten gaan behalen. Sommige scholen zien hierin aanleiding om deze leerlingen, na een succesvolle begeleiding en minder succesvolle schoolprestaties, van school te verwijderen. Bijvoorbeeld omdat je nu eenmaal niet tweemaal mag doubleren. We vinden dat, hoewel volgens de schoolregels geaccordeerd, een gotspe. Als school moet je juist dan verdere verantwoordelijkheid nemen, die soms vragen om een ethische interpretatie van schoolregels.

Meer info:
www.orthoconsult.nl

drs. Ard Q. Nieuwenbroek is trainer/hulpverlener vanuit een contextuele basis. Hij is mede-opleider aan de tweejarige opleiding ‘Contextueel leerlingbegeleider’ en verbonden aan Ortho Consult in Esch (www.orthoconsult.nl)

Workshop 4: Provocatieve begeleiding

Jan Ruigrok

In de workshop Provocatieve Begeleiding werd onderzocht hoe begeleiders de veerkracht die ieder mens in zich heeft, bij verlies kunnen activeren door het inzetten van humor, uitdaging en prikkeling.

Congres Verlies & Veerkracht

Congres Verlies & Veerkracht

Congres Verlies & Veerkracht

In dit subtiele spel volgt de begeleider drie principes:

  1. Hij werkt vanuit sympathie, betrokkenheid en laten we het grote woord maar noemen: liefde. Wanneer deze elementen ontbreken is vruchtbare provocatie geen optie.
  2. Hij gelooft in de kracht van degene die hij begeleidt en weet dat die best een stootje kan verdragen.
  3. Hij gelooft in zijn eigen kracht. Hij heeft zelfvertrouwen en durft van daaruit grenzen te verkennen Hij weet dat hij er soms zelfs een stukje overheen kan gaan. Als dat gebeurt, zal daar in mildheid lachend op teruggekeken worden. Herstel van de grensoverschrijding zal de relatie tussen de begeleider en de jongere versterken.

Provocatieve begeleiding kun je vergelijken met stoeien. Je ervaart je kracht, zet die in en je meet die aan die van anderen. Je leert grenzen kennen en die ook aan te geven en te bewaken. Zeker wanneer je trouw bent aan de regel ‘Alleen zonder pijn is het fijn’, gebeuren er mooie dingen.

Overigens zal de provocatieve begeleider de oorzaak nooit (het trauma, stimulus, het verlies) provoceren; wel de manier waarop mensen er op een destructieve manier mee omgaan (het gevolg, de respons, het gedrag).

Op www.rigardus.nl vindt u onder Actueel het artikel Provocatieve Begeleiding in Rouwsituaties. U vindt er ook informatie over het boek Provocatieve Leerlingbegeleiding van Jan Ruigrok (ISBN: 978-90-79596-03-4) en dat is bestellen via www.quirijn.nl.

De workshop wordt verzorgd door Jan Ruigrok van Rigardus in Rotterdam (www.rigardus.nl).

Workshop 5: Handpoppen

Bertine ten Brinke

Handpoppen kunnen voor veel doeleinden worden gebruikt, bijvoorbeeld voor ondersteuning in de opvoeding, in het onderwijs of ingezet worden bij rouw en verlies.

Congres Verlies & Veerkracht

Veel kinderen spelen graag met poppen, via de pop communiceren ze en kunnen ze zich soms ook achter de pop verschuilen.
Met een pop kun je ook makkelijk je fantasie de vrije loop laten.
Daarnaast kan het bij “moeilijke” onderwerpen muren doorbreken en maakt het soms wat makkelijker om over moeilijke en gevoelige onderwerpen te praten.

Een voorbeeld:
Tijdens mijn werk als rouwbegeleider kwam ik op een school waar ik een klas begeleidde waar een ouder van een kind was overleden.
Toen ik klaar was met mijn werk en aan het opruimen was kwam er een meisje naar me toe (4 jaar) en met haar lichaamshouding trok ze mijn aandacht. Ik voelde aan alles dat ze niet met mij wilde praten, maar met de pop. Toen ik de pop in handen had en via de pop tot haar sprak, vertelde ze me binnen 5 minuten wat haar dwars zat: haar oma was gestorven en van mama mocht ze hier niet over praten “omdat mama dan zo verdrietig werd”. Toen ik hier later op inging en vroeg waarom ze het wel aan de pop durfde te vertellen zei ze: “ik weet dat de pop mijn geheim niet doorverteld…”

Je zou dus kunnen zeggen dat er een laag wordt aangeboord die het kind in zichzelf had verstopt. Dit gebeurt vaak onbewust, maar kunnen bepalend zijn hoe het kind zich in het verdere leven ontwikkelt. Onder andere door middel van poppen kan je een laag in aanraken die je ver weg had verstopt en waarvan je niet eens wist dat je deze in je had. Die laag probeer ik via de pop aan te boren om dat kleine meisje of jongetje weer te ontmoeten die dat grote verlies heeft geleden. Deze vorm van begeleiding kan dus ook ingezet kunnen worden bij en met volwassenen.

Een pop kan klein (bv. een vingerpop) of groot zijn. Kijk en voel wat voor jou goed voelt, en wat bij jou past. Een vorm van een (hand)pop kan ook een sok of een washand zijn die -eventueel samen met het kind- gemaakt kan worden.

Emoties en cultuur
Een groot aantal emoties zijn universeel; vreugde, verdriet, boosheid, verbazing, angst en afschuw. Maar dit geldt niet voor gebaren, waarvan de betekenis per cultuur kan verschillen. Het is dus van belang om hier rekening mee te houden wanneer je te maken krijgt met een Multi culturele groep(en).

Bertine ten Brinke is rouwbegeleider en heeft een praktijk in Monster waar ze kinderen, jongeren en volwassenen begeleid die in rouw zijn (www.dansvandevlinder.nl).

Workshop 6: Afscheid nemen bestaat niet

Maya Bakker

Geen mens ontkomt in het leven aan verdriet door verlies. Het jonge kind moet afscheid nemen van het gestorven huisdier, een vriendin die gaat verhuizen, de basisschool. Al heel anders wordt het bij het afscheid van opa en oma. Daar wordt, naast het eigen verdriet ook het verdriet van vader of moeder zichtbaar die afscheid neemt van een ouder. Hoe rouwen zij? Hoe geven zij uiting aan hun verdriet? Rouwen kan daarbij aan het kind worden geleerd dan wel afgeleerd.

Congres Verlies & Veerkracht

Voor rouwen bestaan geen regels en voorschriften. Het verwerken van verdriet, het herkaderen van de nieuwe werkelijkheid is een intensief, indringend proces. Rouw kent geen tijd en verdriet kan steeds zijn plek vragen en op allerlei momenten en manieren. Wat wij als gedrag op school zien, wordt niet altijd begrepen als een roep om erkenning. Ook de jongere zelf is zich daarvan niet bewust. De uiting kan een verlangen weerspiegelen. Nog niet klaar voor de nieuwe omstandigheden, blijft er een heimwee naar dat wat verloren is gegaan en er in die vorm niet meer is. Aan het jezelf verliezen in dat wat er niet meer is, in dat verlangen naar terug, kan de groei naar de toekomst stagneren. Het kan de eigen levenslust blokkeren en destructief gedrag naar anderen of jezelf tot gevolg hebben.

Achter ieder gedrag zit een verhaal. Onder ieder gedrag zitten meerdere lagen. Het manifeste, dat wat we zien en het onderliggende, de oorzaak. Een zoektocht naar of een uiting van verbinding. Afscheid nemen bestaat niet. We reageren vaak op het manifeste, het zichtbare maar missen dan net de aansluiting met de kern. Hoe benieuwd ben je naar het verhaal achter het gedrag? Het onrecht van het verlies kan zich vertalen in destructief gedrag naar leerkrachten en leerlingen, naar mateloze agressie, maar het kan zich ook naar binnen keren naar zelfdestructie zoals automutilatie en depressie. Het leerproces kan stagneren.

Het onrecht van het te vroege of heftige verlies kan niet worden weggenomen. Daar rest slechts nabijheid. Erkenning kan wel weer beweging geven. Erkenning kan de destructieve gedragsuiting verminderen, de pijn wat verzachten. Hoe werkt dat in de praktijk? Op welke vaardigheden en attitude van de mentor of begeleider wordt een beroep gedaan? Hoe kan de veerkracht weer groeien? Voorwaarde is dat de erkenning oprecht en van een, voor de jongere, betekenisvolle persoon komt. Erkenning is de ander kunnen zien in hoe die zichzelf ziet, met diens verdiensten en het aangedane onrecht. Relationeel betekenisvol zijn maar wel vanuit een houding van een afstandelijke, weliswaar empathische, nabijheid. De begeleider op school kan en mag niet de positie van de ouder innemen en nooit ofte nimmer de loyaliteit van het kind naar de ouders onder druk zetten.

Lang niet altijd valt het kind in rouw op door zorgelijk gedrag of prestaties. Het zoeken naar verbinding, naar betekenis geven van het eigen bestaan kan ook tot uiting komen bij de “ideale” leerling. Zo’n leerling van wie we wel een klas vol willen hebben. Op een geheel andere manier kan ook zo’n leerling verlangen naar een bevestiging van zijn bestaan. Als ouders in de knel zitten, kan het kind gaan geven door geen extra zorgen te veroorzaken, de eigen behoeften op te schorten en het kan daarmee het eigen rouwproces belemmeren. “Ik doe ertoe voor de ander” Rouw die op deze wijze stagneert, kan de eigen ontwikkeling evenzeer in de weg staan.

In het echte contact kan de begeleider de kwetsbaarheid ontdekken en bewerkstelligen de ander te zien in wie hij is en wat hij doet. “ik zie jou in wat je geeft”. Dat kan ruimte geven. Ruimte tot het innemen van de eigen grond. Ruimte om weerstand te laten gaan. Ruimte om sociaal en cognitief weer te groeien. Ruimte tot hernieuwd verbinden.
Verbinden, want afscheid nemen bestaat niet, nooit.

» Beluister hier het nummer zoals beloofd in de Workshop van Maya Bakker.

Maya Bakker heeft een eigen coachings- en trainingsbureau, Salto in Harderwijk (www.mb-salto.nl).

Workshop 7: Stapeltjesverdriet

Sabine Noten

Deze workshop gaat over hele jonge kinderen (foetus, baby, peuter en kleuter) die een verliestrauma meemaken.Het gaat over de kinderen van nu en de kinderen van toen.

Congres Verlies & Veerkracht

Het doel van deze workshop is dat je inzicht krijgt in:

Sabine vertelt vanuit haar persoonlijke en professionele ervaring waarom zij onderzoek heeft gedaan naar jong verlies
Wat betekent jong verlies voor hele jonge kinderen?

Het is niet zo zeer het verlies zelf dat als traumatisch wordt ervaren maar veel meer de manier waarop de omgeving ermee omgaat.

Hoe communiceren jonge kinderen?
Jonge kinderen spreken een andere taal, op een andere laag, op een ander niveau. Er zijn nog geen woorden, maar het lichaam spreekt over de ervaringen. Ze vertellen hun verhaal d.m.v. allerlei geluidjes en verschillende manieren van huilen. Maar ook via hun motoriek en houding, via mimiek, alertheid, hechtingsgedrag en oogcontact geven baby’s signalen af over hun gevoelsleven. Ze hebben een lichaamsgeheugen, waarmee ze kunnen ‘onthouden’ wat er is gebeurd. Ingrijpende ervaringen worden zo opgeslagen in het geheugen van het lichaam en worden gecommuniceerd via lichaamstaal of via ‘orgaantaal’.

Wat hebben jonge kinderen nodig? Wat vraagt het van ouders/verzorgers?
Aanwezigheid
Responsiviteit
Empathie.
Met jonge kinderen communiceren vraagt van volwassenen dat ze open durven staan, ook voor het contact met het kind in zichzelf. Het vraagt stil staan bij eigen (jong)verlieservaringen en bewustwording van de invloed die het heeft op het eigen levensverhaal. De weg naar binnen is nodig als voorbereiding op de weg naar buiten.

Conclusie: Kleine kinderen moeten worden gedragen en aan de hand worden genomen in het Land van Rouw. Het is een gezamenlijke reis van kinderen, ouders, verzorgers en de kring van mensen daar omheen. In een bedding van liefde kan de veerkracht groeien

Wil je meer informatie over het onderzoek Stapeltjesverdriet stuur dan een mail naar: info@stapeltjesverdriet.nl

Sabine Noten is rouwtherapeute en heeft een eigen praktijk in Nijmegen. Ze deed onderzoek naar de impact van een betekenisvol verlies (door overlijden van vader, moeder, broer of zus) bij (ongeboren) baby’s en kinderen tot en met vier jaar, op het omgaan met rouw van latere belangrijke verlieservaringen. (www.stapeltjesverdriet.nl). Ze is medebezieler en opleider van Land van Rouw, opleidingen Omgaan met Verlies (www.landvanrouw.nl).

Workshop 8: Rouw en Rouwverwerking

Morten Hjort

Mensen zijn liefhebbende wezens. We hebben de ander nodig om contact te maken, aangeraakt te worden en te worden gezien. Op die manier krijgen we de aandacht die we allemaal nodig hebben en zo groeien we op. Als we ons zo verbonden voelen, zijn we ook in staat om ons te hechten aan de ander en intimiteit te ervaren in nabijheid.

Congres Verlies & Veerkracht

Congres Verlies & Veerkracht

Waar mensen zo diep contact maken, ligt echter ook het verlies op de loer. We zeggen ook wel: de achterkant van de liefde is de rouw. Zodra we iemand vastpakken, weten we dat we hem ook ooit weer los moeten laten. Rouwen is het proces dat we doormaken als we een verlies lijden. Als we in de rouw zijn, treuren we en voelen we grote smart. Ongeloof, angst en woede spelen daarbij een grote rol. We kunnen rouwen om het verlies van dierbaren, maar ook om verloren gegane idealen of om het verlies van toekomstperspectief.

Door te rouwen creëren we voor onszelf een plek om ons verlies te verwerken en afscheid te nemen. Door te rouwen maken we als het ware contact met het verdriet dat in ons leeft, en tegelijkertijd maken we dat verdriet ook zichtbaar voor anderen. We worden als het ware ‘troostbaar’, we maken we voor onszelf een bedding waarin we ons verdriet kunnen delen met de mensen om ons heen. Dat is van belang, omdat we in contact met anderen kunnen aannemen dat rouw bij het leven hoort. Zo helen we niet alleen in de ontmoeting met anderen, maar zijn we ook in staat om opnieuw contact te maken en intimiteit te beleven.

In het begeleiden van rouw speelt de ontmoeting een belangrijke rol. Als begeleider of coach bieden we de bedding waarin het gemis en verdriet, de woede en de angst kunnen helen, zodat de cliënt uiteindelijk zin en betekenis kan geven aan zijn verlies. In dit veld van de ontmoeting zijn zowel de begeleider als de cliënt deelnemer. De cliënt vindt ruimte om zijn verlies te delen, en steun te ervaren. De begeleider zal telkens weer zijn eigen verlies en pijn tegenkomen. Zo heeft het begeleidingscontact betekenis voor cliënt én begeleider.

Morten Hjort is trainer en begeleider bij Phoenix Opleidingen in Utrecht. Hij is erkend NLP-trainer en heeft een achtergrond in neuro-linguïstisch programmeren (NLP), transactionele analyse (TA), systemisch werken / familieopstellingen, relatietherapie en traumatraining. Zijn stijl van werken is direct, met veel warmte, betrokkenheid en humor.