Symposia/Congressen
Middagsymposium 'Puberbrein in de praktijk'
Datum: donderdag 10 februari 2011
Tijd: 12.30 - 17.00 uur
Locatie: Vught
Voor wie: Van docent tot leidinggevende in het primair en voortgezet onderwijs
Impressie middagsymposium ‘Puberbrein in de praktijk’
m.m.v. Prof. Dr. Margriet Sitskoorn (auteur van o.a. Het Maakbare Brein en Passies van het Brein, bekend van tv)
Wegens het overweldigende succes van het middagsymposium ‘puberbrein in de praktijk’ (november 2010) vond op 10 februari 2011 een herhaling plaats van dit middagsymposium. Tot onze verrassing vonden net als vorig jaar 200 deelnemers uit heel Nederland hun weg naar Vught. Deze middag kreeg het publiek een bizar kijkje in het functioneren van onze hersenen.
Dagvoorzitter Ivo Mijland startte de middag met een serie beelden uit de puberteit van de deelnemers. Wie was er puber toen de protesten tegen de atoombom plaatsvonden? Wie was er jong toen de televisie zijn intrede deed? Wie spaarde er Flippo’s en wie keek naar Q&Q? Bij alle deelnemers werd de puberteit weer even tot leven gebracht middels beelden uit “de tijd van toen”. Deze energieke start zorgde voor herkenning bij iedere deelnemer en erkenning naar alle leeftijden. Met het opgeroepen pubergevoel was de start van dit symposium een succes.
Vervolgens toonde Ivo een filmpje van een “marshmallowonderzoek” bij jonge kinderen, waarbij de relatie gelegd werd tussen het zelfregulerende gedrag op jonge leeftijd en de wijze van handelen aan het einde van de puberteit. “Opmerkelijke overeenkomsten!”, was de uitkomst van het onderzoek en daarmee was de nieuwsgierigheid naar het vervolg van deze middag bij de aanwezigen gewekt.
Prof. Dr. Margriet Sitskoorn, auteur van o.a. Het Maakbare Brein en Passies van het Brein betrad vervolgens het podium. Margriet Sitskoorn is hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg. Zij verricht onderzoek naar de relatie tussen hersenen en gedrag. Deze middag gaf zij vanuit verdiepende wetenschappelijke theorie antwoord op hoe hersenen zich ontwikkelen, hoe dat in relatie staat tot gedragingen , specifiek bij pubers en op welke wijze hersenen, en dus ook gedragingen, positief, dan wel negatief beïnvloed kunnen worden.
Zij begon haar verhaal over neuroplasticiteit, het fenomeen dat hersenen zich ontwikkelen onder invloed van informatie van buitenaf. Deze reorganisatie in de hersenen vindt zelfs al plaats puur door te luisteren. Juist in die neuroplasticiteit ligt de kracht tot ontwikkeling. Een wetenschappelijke uiteenzetting van delen in je hersenen en de relaties tot de verschillende lichaamsdelen werd verhelderd met de conclusie, dat je altijd 100 % van je hersenen gebruikt, zelfs wanneer een lichaamsdeel ontbreekt. De spreekster vroeg vervolgens aandacht van de aanwezigen voor het effect van veelvuldige informatiestromen op ons brein en zij concludeerde dat multitasken goed is, maar dat er toch ook grenzen aan zitten. De neuropsychologe benadrukte vervolgens dat genen voor een grote mate bepalen wat je wordt, hoe je je voelt en wat je doet. Maar juist de spiegel die je omgeving je geeft, bepaalt uiteindelijk op welke wijze je jezelf ontwikkelt. Daarbij blijkt het brein het meest ontvankelijk voor beïnvloeding en verandering te zijn tussen de 10 en 24 jaar. Opvallend daarbij is, dat de hersencapaciteit bij jonge kinderen groter is, dan bij volwassenen, alleen dat men op latere leeftijd er meer zeggenschap over heeft. De spreekster benoemde daarbij ook, dat wanneer delen van de hersenen lang niet gebruikt worden, ze worden ingezet voor iets anders. Met een effect, dat vaardigheden verzwakken, wanneer ze niet voldoende worden gestimuleerd.
Margriet Sitskoorn beschreef vervolgens de kleine verschillen tussen het brein van jongens en dat van meisjes. Daarbij benadrukte zij, dat de kleine verschillen die er zijn vooral versterkt worden door onze cultuur. Ze liet het publiek meegenieten van een hilarisch fragment van Mark Gurgor over mannen- en vrouwenhersenen:
Op welke wijze kunnen wij de eerder genoemde neuroplasticiteit positief beïnvloeden? De spreekster noemt aspecten als veel bewegen, cognitieve stimulans, met regelmaat ontspannen, stress zoveel als mogelijk vermijden en zorgen voor voldoende slaap. Zij pleitte voor een siësta, want juist in de slaap wordt opgenomen informatie verplaatst naar het lange termijn geheugen. De vervolgens ontstane ruis in de zaal, weerspiegelde de behoeften van de deelnemers. Tijd om even in te dutten was er zeker niet, want de spreekster boeide de aanwezigen vervolgens met wetenschappelijke theorie over wat bewegingen van de ander doen met jouw hersenen. Margriet Sitskoorn sprak over het mechanisme in ons brein, waarbij ’t lijkt alsof je de actie zelf uitvoert. Met het feit dat dit mechanisme geen goed of kwaad kent, vroeg de spreekster specifieke aandacht voor agressief en grensoverschrijdend gedrag bij pubers. Zij benadrukte daarbij ook de functionaliteit van grensoverschrijdend gedrag. Pubers moeten zich juist afzetten van hun veilige omgeving om los te komen en een eigen identiteit te ontwikkelen.
Na de koffie- en theepauze, startte Ivo Mijland met de uitspraak:”Better to regret something you have done, than to regret something you haven’t done!” Hij daagde de deelnemers uit voor een kort ballonnenexperiment, nadat hij via YouTube wat creatieve zaken liet zien die pubers met ballonnen bedenken. Blaas je ballon op via de uitlaat van de brommer of probeer er acht tegelijk op te blazen. En wat te denken van opblazen tot de ballon klapt?
Hij liet de zaal met dit experiment ervaren, dat de hersenen twijfelen of ze iets wel of niet doen, maar liet aan de hand van de filmpjes zien dat de puberhersenen veel makkelijker kiezen iets te doen dat risicovol lijkt.
Naar aanleiding van het experiment vervolgde Prof. Sitskoorn haar verhaal over de krachten, die het sociale gedrag sturen en wat in het brein van invloed is op de balans tussen ratio en emotie. Sprekende over puberale krachten als hebzucht en genot, geeft de spreekster aan dat deze eigenschappen het genotsnetwerk in de hersenen aanspreekt. Pubers willen het genot steeds weer opnieuw beleven! De spreekster eindigde haar verhaal over prosociaal gedrag, wat omschreven werd als een waardevolle kracht tegen hebzucht en a-sociaal gedrag in het algemeen. Juist vertrouwen en eerlijkheid stimuleert prosociaal gedrag bij pubers. Ook het kunnen geven aan de ander leidt tot genot en is een positieve kracht gericht op prosociaal gedrag. En in de wetenschap, dat het brein van de puber zeer ontvankelijk is, geeft Prof. Sitskoorn tot slot aan, dat scholing in de pubertijd juist op een ideaal tijdstip plaatsvindt. De verantwoordelijkheden zijn groot en de mogelijkheden enorm.
Dit boeiend middagsymposium werd afgesloten met een prachtige bos bloemen en een groot applaus voor de gastspreekster. Deelnemers kregen na afloop een handige praktijkkaart met daarop een serie handige tips om het geleerde van de middag door te vertalen naar het werk in de klas.
HET PUBERBREIN IN DE PRAKTIJK:
20 gouden tips om de hersenen van
pubers positief te stimuleren (PDF)